Skip to main content

Biodiversiteit in je gemeente: de databank als basis voor biodiversiteit

Op 18 november vond het congres ‘Biodiversiteit in je gemeente’ plaats, georganiseerd door Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel en Collectief Natuurinclusief. Na een plenair programma, voorgezeten door Marcel Belt (Wethouder gemeente Voorburg-Leidschendam), gingen de 180 aanwezigen uiteen in verdiepingssessies. Hieronder lees je het verslag van de sessie ‘Hoe kunnen gemeenten natuurdata uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) gebruiken?’, gepresenteerd door Erik Lam (Gemeente Deventer) en Dries Oomen (NDFF).
 

Aanpak van de gemeente Deventer

Gemeente Deventer: Bekijk hier de presentatie

Erik Lam, stadsecoloog bij de gemeente Deventer, vertelt over hoe belangrijk het is goed in beeld te hebben wat er allemaal aan planten en dieren in de gemeente te vinden is. “Dit is de basis waarop je als gemeente keuzes maakt en kansen kunt pakken voor de natuur, bijvoorbeeld het aanleggen van groenstructuren als er een nieuwbouwwijk wordt ontwikkeld”, zegt hij. In Deventer hebben ze daarom structureel ruimte in de begroting om onderzoek uit te voeren en werken ze al jarenlang aan monitoring. Dit onderzoek draagt bij aan een gedegen databank die inzicht geeft in de flora en fauna van de gemeente Deventer om beleidskeuzes op te baseren.

 

Vrijwilligers cruciaal voor onderzoek 

“Contact met vrijwilligers is voor dit onderzoek cruciaal”, laat Erik Lam weten. Zij hebben een brede basis aan soortenkennis, en vaak zelfs hele specialistische kennis. Hun kennis en inzet is nodig om de NDFF te vullen. Daarom organiseert de gemeente ieder jaar een excursie naar een project van de gemeente of naar een initiatief van de vrijwilligers. Erik Lam: “Gemeente Deventer heeft in samenwerking met vrijwilligers zelfs een boek geschreven: Ode aan de flora van Deventer. Hier zitten bijvoorbeeld verschillende verspreidingskaarten van soortgroepen in.”

 

Een datagestuurde kaart als basis voor beleidskeuzes 

Gemeente Deventer zet de NDFF in om kaarten te maken die kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld het omgevingsplan- of visie. Informatie als waar beschermde natuurgebieden liggen en eeuwenoud bos kan als kaartlaag worden toegevoegd. Vervolgens heeft de gemeente een formule bedacht om de databank te filteren en bruikbaar te maken voor beleid. Hierbij hanteren ze een puntensysteem waarbij de meeste punten (5) worden toegerekend aan zwaar beschermde soorten (Europees of habitatrichtlijn). Hierna loopt het puntenaantal af van gewone beschermde soorten, karakteristieke (ambassadeur)soorten van Deventer, biotoopsoorten van de provincie Overijssel tot onbeschermde (indicator)soorten (1). Deze formule leidt tot een kaart die onderlegger is voor groene ambities. Volgens Erik Lam is het feit dat dit een datagedreven kaart fundamenteel: “De kaart laat de feiten zien, en is hierdoor ongevoelig voor politieke invloeden”.

 

Afstemming met stakeholders 

Zo benadrukt Erik Lam ook dat afstemming met stakeholders zeer belangrijk is: “Als gemeente moet je wel ambities stellen, dit hangt samen met de politieke situatie.” Daarom hebben ze ook een ambitiekaart ontwikkeld die is afgestemd met stakeholders, zoals landgoedeigenaren. Op de kaart zijn verschillende indicatieve pijlen te zien welke weergeven waar natuurherstelmaatregelen het meest effectief zouden zijn. Als agrariërs bijvoorbeeld mee willen doen aan de Rood voor Rood-regeling, dan kunnen ze ervoor kiezen om de compensatiemaatregelen te nemen in de gebieden die de pijlen weergeven.

 

Data = kennis 

Kortom, volgens Erik Lam is de boodschap: data is de basis om als gemeente stappen te kunnen zetten voor natuurherstel. Door het gedegen en uitgebreide onderzoek in Deventer zitten er nauwelijks hiaten in de kennis. Hij geeft als tip om in eerste instantie te focussen op het inventariseren van beleidsrelevante soortgroepen. 

 

Gebruik maken van de Nationale Flora en Fauna Databank

NDFF: Bekijk hier de presentatie

Dries Oomen, al 10 jaar werkzaam bij de NDFF, gaat verder in op hoe je als gemeente gebruik kunt maken van de databank. De basis van de NDFF zijn waarnemingen die worden ingevoerd door mensen, zowel professionals als vrijwilligers. Waarnemingen die worden ingevuld via Waarneming.nl komen ook terecht in de NDFF als mensen hiervoor toestemming geven. In de NDFF zijn ruim 150 verschillende datasets opgenomen, waaronder bijvoorbeeld van Sovon, Staatsbosbeheer en het Netwerk Ecologisch Monitoring. De ingevulde waarnemingen worden voor een deel automatisch gevalideerd. Dit gebeurt via kennisregels onder andere op basis van fenologie (bloei- of vliegtijd) en georeferenties (soort is recent gezien binnen <5 km), bekende populaties, mobiliteit van een soort. Ook zijn er ontwikkelingen om AI in te zetten, bijvoorbeeld via de app Obsidentify.

  

Waar kun je als gemeente de NDFF voor gebruiken? 

Dries Oomen ligt toe dat er ontzettend veel data in de NDFF te vinden is waar je als gemeente gebruik van kunt maken. “In totaal zijn er 230 miljoen gevalideerde waarnemingen in de NDFF te vinden”, vertelt hij. Dit alles kan als basis dienen voor bijvoorbeeld maaibeleid: om te kijken waar beschermde soorten zitten in een gebied waar je wil gaan maaien, voor vergunningverlening en Soortenmanagement Plannen. Maar bijvoorbeeld ook voor de aanpak van invasieve exoten en het maken van verspreidingskaarten van soorten binnen gemeenten.

 

Nieuwe ontwikkelingen  

Er wordt hard gewerkt aan het openbaar maken van de NDFF. Op dit moment moeten organisaties namelijk nog abonnementskosten betalen. De verwachting is dat dit begin 2025 gaat lukken. Dit staat ook benoemd in het regeerakkoord. Hierdoor wordt er een drempel weggenomen voor gemeenten om de NDFF te gebruiken. Tegelijkertijd wordt de databank dus ook toegankelijk voor inwoners. “Dit kan ervoor zorgen dat inwoners meer inzicht krijgen in wat voor soorten er in hun omgeving zijn, en zo hopelijk ook leiden tot meer draagvlak”, vertelt Dries Oomen.

 

Beschermen van kwetsbare soorten 

Tegelijkertijd geeft Dries Oomen ook aan dat ze kwetsbare soorten zoveel mogelijk willen beschermen. “Je wil niet dat mensen massaal op een waarneming van een zeldzame soort afkomen, en hierdoor zorgen voor verstoring”. Daarom zal wel inzichtelijk worden gemaakt als er in een gemeente zeldzame soorten voorkomen, maar niet worden weergegeven waar deze soort precies zit. Gemeenten kunnen na het tekenen van een overeenkomst wél toegang krijgen tot deze specifiekere informatie.

 

Gouden driehoek 

Als laatste wordt er nog een ambitie uitgesproken: elke gemeente een stadsecoloog, elke gemeente neemt deel aan de NDFF en elke gemeente heeft een groen platform waar beleid, uitvoering en toezicht aan de orde komen. “Zo kunnen we ervoor zorgen dat er over 5 jaar geen witte vlekken in onze kaarten meer zijn”, sluit Dries Oomen zijn presentatie af. 


Benieuwd naar de andere verdiepingssessies? De verslagen en presentaties vind je onderaan deze pagina.