skip-to-main-content
zoeken
zoeken

Kennis- en netwerkbijeenkomst 'Landschapselementen voor biodiversiteitsherstel'

Op 13 juni organiseerde Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel een bijeenkomst over landschapselementen. Onder het thema ‘Landschapselementen voor biodiversiteit’ luisterden meer dan 160 geïnteresseerden naar presentaties van vanuit verschillende perspectieven en gingen met elkaar de discussie aan.

 

Louise Vet (voorzitter Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel) opent de bijeenkomst en verwelkomt de aanwezigen in het Akoesticum in Ede. Nu de doelstelling van 10% groenblauwe dooradering is opgenomen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), is het nu zaak om door te pakken. In een kort overzicht schetst Louise de ambities en wat landschapselementen naast biodiversiteit opleveren op onder meer klimaat, waterkwaliteit, rijke landschappen en toekomst voor het buitengebied.

 

Erfgoed

De toekomst van het buitengebied is waar het Aanvalsplan zich op richt, maar het verleden is hieraan onlosmakelijk verbonden. Edwin Raap van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed pleit in zijn presentatie ook om ‘de toekomst een verleden te geven’. Het landschap draagt veel culturele waarden in zich, met zowel een toekomstige als een historische dimensie. Het verleden kan een waardevolle bron zijn bij de overgang naar de komende jaren. Bij het inrichten van het landschap is maatwerk van belang en moet rekening worden gehouden met het schaalniveau waarop men bezig is. Het is essentieel om bewust te zijn van de historie van het landschap voordat er stappen worden ondernomen.

 

Definities

Om helderheid te bieden bij het in kaart brengen van landschapselementen is er vanuit het Aanvalsplan een handreiking met definities voor groenblauwe dooradering. Gerrit-Jan van Herwaarden (LandschappenNL) licht deze toe. De werkgroep die de definities van heeft uitgewerkt heeft veel gebruik gemaakt van al bestaande programma’s en richtlijnen zoals het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLB) en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), om niet het wiel opnieuw uit te hoeven vinden.

 

Voor groenblauwe dooradering is het vormen van verbindingen fundamenteel. Lijnvormige elementen, zoals hagen, heggen of bomenrijen, functioneren als essentiële corridors om habitats met elkaar te verbinden en de mobiliteit van dieren mogelijk te maken. Hierop ligt dan ook de nadruk. Daarnaast is het beheer van zulke elementen essentieel om ervoor te zorgen dat deze elementen daadwerkelijk bijdragen aan het behoud en de bevordering van biodiversiteit. Daarom is de vrijwillige participatie van belanghebbenden, met name boeren (die 80% van het buitengebied beheren), cruciaal.

 

Funding voor groenblauwe dooradering 

Gertjan Sengers, projectleider bij Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, vertelt over de mogelijkheden en uitdagingen om de ambities binnen het Aanvalsplan Landschap gefinancierd te krijgen. Hij pleit ervoor om te richten op kleine inspanningen die groot effect hebben. Momenteel is er een houtige dooradering van slechts 5%, maar door deze te combineren met bijvoorbeeld kruidenrijke lagen kan er nog meer bereikt worden. Het jaarlijkse onderhoud van deze landschapselementen zou ongeveer 200 miljoen euro kosten, gebaseerd op de vergoedingen van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (Anlb). Deze vergoedingen moeten nog geïndexeerd worden volgens de nieuwe Anlb-indicering.

 

Om het doelbereik van 65% tegen 2035 te halen, is aanleg, beheer en een vergoeding voor grondwaarde nodig. Na het behalen van 50% van het doel is er nog steeds 30 jaar beheer meegerekend. Het is belangrijk om publieke en private financiering te combineren, en op provinciaal niveau moeten deze middelen samenkomen. Er wordt voorgesteld om de middelen samen te brengen in een loket, waar grondeigenaren vergoedingen kunnen aanvragen. Een andere optie is om gebruik te maken van het ANLB, maar momenteel zijn de contracten daarvan slechts 6 jaar geldig. Het streven is om dit uit te breiden naar contracten van 30 jaar, waarbij de provincie garant staat als de EU deze vergoedingen niet langer verstrekt.

 

Voorbeelden uit Overijssel

Als laatste spreker tijdens de plenaire sessie vertelt Ronald Krabbenbos, Projectleider bij Stichting Landschap Overijssel over een aantal voorbeelden uit de praktijk in Overijssel. Het is belangrijk om groot te denken, maar tegelijkertijd ook kleine stappen te nemen om tastbare verandering te realiseren. Dit kan worden bereikt door bedrijven maar ook door individuele initiatieven. Het is immers een maatschappelijk vraagstuk waarin iedereen verantwoordelijkheid moet nemen.

Enkele voorbeelden van bedrijven die zich inzetten voor biodiversiteit zijn het Kornuitbos van Grolsch, waarbij 1 hectare bos is aangeplant, of de zorgaanbieder Ijsselheem die in plaats van bosjes bloemen aan medewerkers te geven het planten van een boom financiert, inclusief 21 jaar beheer en afwaardering. Langjarige initiatieven, zoals Twente Bloeit, hebben nu al lange wachtlijsten. Het doel is om de kwaliteit van landschapselementen te verbeteren, te waarborgen en uiteindelijk te groeien naar 10% van het landschap. Het streven naar een leefbare regio is een integraal onderdeel van het Bruto Twents geluk. Natuur maakt hier een belangrijk onderdeel van uit.

 

Na de plenaire sessie ging de groep uiteen om verschillende sessies bij te wonen. De samenvattingen van deze deelsessie zijn via de nieuwsbrief van het Aanvalsplan Landschap gedeeld. Hieronder zijn de presentaties van de hele kennis- en netwerkbijeenkomst beschikbaar.

 

Presentaties