skip-to-main-content
zoeken
zoeken

Tools & documenten

Landbouw heeft de potentie om aanzienlijk bij te dragen aan het herstel van de Nederlandse biodiversiteit. Om dit te bereiken, is het belangrijk om ondernemers inzicht te geven in maatregelen die zij kunnen nemen. Op deze pagina kunt u maatregelen vinden voor akkerbouw en melkveehouderij, beide een prominent onderdeel van het landschap.

Maatregelen voor natuurinclusieve elementen in akkerbouw

De akkerbouw is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse landschap en kan een belangrijke bijdrage leveren aan biodiversiteitsherstel. Hiervoor is het nodig om inzichtelijk te maken welke maatregelen akkerbouwers op hun bedrijf kunnen nemen om de biodiversiteit te stimuleren. Naast het aanleggen van vogelakkers en kruidenrijke randen zij er verschillende dingen mogelijk binnen het teeltsysteem. Door verschillende maatregelen te combineren worden de positieve effecten op de bodem, biodiversiteit en gewassen versterkt. 

Bloeiende akkerranden

Akkerranden zijn randen met kruiden en bloemen langs een boerenperceel. Ze zorgen voor minder afspoeling van nutrienten en pesticiden, waardoor omliggend land en water minder vervuild raakt. Ook bieden akkerranden leefgebied aan hogere aantallen en diversiteit van bestuivende insecten en natuurlijke vijanden van plaagorganismen. 

Bouwplanverruiming

Door een beperkt aantal gewassen in de rotatie is een landbouwsysteem gevoelig voor uitbraak van ziektes, veroorzaakt door aaltjes en schimmels, veronkruiding en een verslechtering van de bodemkwaliteit. Het verruimen van het bouwplan houdt in dat er meer gewassen in het bouwplan worden opgenomen, waarbij de gewassen over de verschillende percelen rouleren. Om het bouwplan te verruimen kunnen aan het bestaande bouwplan rustgewassen worden toegevoegd, maar ook hoog rendabele gewassen.

Met een verruiming van het bouwplan met rust- en vanggewassen kan de bodemkwaliteit en organische stofopbouw sterk verbeteren. Op het gebied van de bodemkwaliteit gaat het niet alleen om de structuur, maar ook om het vastleggen van stikstof door vlinderbloemigen. Een ruimer bouwplan kan ook het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen terugdringen, waardoor zowel de bodemkwaliteit verbeterd wordt en er een economische winst kan worden behaald door een reductie van de inkoop van (kunst)meststoffen en bestrijdingsmiddelen. 

 

Rustgewas

Rustgewassen zijn goed voor de bodemkwaliteit. Door rustgewassen wordt de bodemvruchtbaarheid, bodemstructuur en bodemgezondheid verbeterd. Dit door verschillende effecten van een rustgewas: De diepe beworteling van de plant zorgt voor een hoger watervasthoudend vermogen van de bodem, en daarnaast wordt er organische stof opgebouwd en stikstof vastgelegd. Rustgewassen zijn met name grassen, granen en vlinderbloemigen of wel eiwitgewassen. Onder eiwitgewassen vallen onder anderen; klaver, veldboon, erwten en lupine. Ook soorten als koolzaad en hennep worden gezien als rustgewassen. 

Groenbemesters

Groenbemesters worden gezaaid na het hoofdgewas. Deze gewassen worden geteeld om nutriënten vast te legen en vast te houden, zodat de uitspoeling van nutriënten wordt verminderd. Door groenbemesters te telen, is er minder (kunst)mest nodig. De groenbemesters worden onder de grond gewerkt of sterven in het voorjaar af. Groenbemesters zorgen ervoor dat percelen in de winter begroeid zijn en hiermee beschermd worden tegen uitspoeling van nutriënten tijdens regenval. Daarnaast is de doorworteling positief voor de bodemstructuur en het bodemleven. Tot slot levert de groenbemester tijdens de winter voedsel en leefgebied voor verschillende insecten, vogels en andere natuurlijke plaagbestrijders. Dit effect wordt versterkt als de groenbemesters gecombineerd worden met niet kerende grondbewerking. 

Meerjarige teelt

Meerjarige teelten kunnen veel dieper wortelen en op grotere diepte water en voedingstoffen ophalen. Hierdoor gaan minder voedingstoffen verloren door uitspoeling. Daarnaast is de akker tijdens meerjarige teelten ook gedurende de winter bedekt, waardoor er minder erosie plaatsvindt en er voedsel en schuilgelegenheid voor verschillende soorten gecreëerd wordt.

Meerjarige en permanente teelt (permacultuur) kan ook het organische stof gehalte verhogen en de bodemstructuur verbeteren. Daarnaast is er minder grondbewerking nodig, waardoor de bodem meer rust krijgt en zich beter kan ontwikkelen. Een nadeel van langjarige teelt is wel dat de ziektedruk kan toenemen, omdat ziekteverwekkers meer tijd krijgen om zich te vermenigvuldigen en uit te breiden. Ook liggen de opbrengsten van permanente teelten in de huidige markt vaak lager dan bij eenjarige teelten. 

Mengteelt

In mengteelt worden twee of meer hoofdgewassen gemengd gezaaid. Hiermee wordt de diversiteit in het bouwplan verhoogt. Met een mengteelt kan ook efficiënter gebruik gemaakt worden van de voedingstoffen in de bodem.Daarnaast wordt bij mengteelt de bodemkwaliteit verbeterd door een diversiteit aan beworteling. Ook verspreiden ziektes en plagen zich minder snel in een mengteelt. In mengteelten zijn daarom minder (kunst)mest en bestrijdingsmiddelen nodig. 

De meest voorkomende mengteelten zijn granen gecombineerd met peulvruchten, die stikstof in de bodem vastleggen wat door de granen als voedingsstof gebruikt kan worden. Het onderhouden van de mengteelt is echter complexer, en ook de opbrengst kan sterker variëren dan bij monoculturen. 

Strokenteelt 

Strokenteelt is een teeltvorm waarbij op één perceel verschillende gewassen in stroken naast elkaar geteeld worden. Bij het inrichten van de percelen met strokenteelt zijn de gewaskeuze en breedte van de stroken van belang. Ieder gewas wordt wel apart beheerd. Door het toepassen van strokenteelt kan de biodiversiteit toenemen en de ziektedruk in de gewassen afnemen. Strokenteelt is positief voor de biodiversiteit door het hogere aantal gewassoorten en het toenemen van overgangen tussen verschillende gewassen.

Gewasziektes worden geremd doordat plagen zich minder snel kunnen verspreiden over verschillende stroken en er is een hogere natuurlijke plaagbestrijding door de aanwezigheid van verschillende insecten. Ook kan de opbrengst van strokenteelt vergelijkbaar of hoger zijn dat bij het telen van een gewas per perceel. Het mechanische beheer van de verschillende gewassen in de stroken is echter wel lastiger dan in monoculturen. 

Agroforestry

Agroforestry is een landbouwsysteem waarbij akkerbouw of veeteelt gecombineerd wordt met het telen van meerjarige houtige soorten. Het toevoegen van bomen aan een landbouwsysteem levert nieuwe producten en diensten, welke bestaan uit bescherming van de bodem tegen weersomstandigheden, het verbeteren van de bodemstructuur en vochthuishouding, het vastleggen van koolstof, het ondersteunen van natuurlijke plaagbestrijders en het bevorderen van de biodiversiteit. In een agroforestry systeem kunnen noten en fruitbomen worden gebruikt of boomsoorten voor de houtproductie. 

Het Deltaplan is op bezoek gegaan bij René Lubberdink, een boer die de omslag van veehouder naar agroforestry heeft gemaakt. Lees hier het interview! 

 

Niet-kerende grondbewerking

Bij niet-kerende grondbewerking wordt de grond niet of zo min mogelijk en niet kerend bewerkt. De nog aanwezige gewasresten worden in zijn geheel niet of slechts oppervlakkig met de bodem gemengd. Alleen de bovenste grondlaag (12 cm) wordt beïnvloed waardoor de diepere lagen intact blijven. Niet-kerende grondbewerking zorgt ervoor dat de bodemstructuur stabieler is, het bodemleven minder wordt verstoord en de waterhuishouding verbeterd.

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de techniek van niet-kerende grondbewerking, zoals strip till, ploegloos zaaien en bewerking in strookjes. Na het omschakelen naar het gebruik van niet-kerende grondbewerking duurt het enkele jaren voordat de bodem zijn nieuwe evenwicht gevonden heeft. Daarnaast moet er ervaring opgedaan worden over hoe je met gewasresten, groenbemesters en onkruiden om moet gaan. 

Organische bemesting

Op het gebied van bemesting zijn verschillende manieren mogelijk om de biodiversiteit te ondersteunen. Een van de belangrijkste maatregelen die een positief effect kunnen hebben op de biodiversiteit is organische mest in plaats van kunstmest. 

 

De organische bemesting kan bestaan uit vaste mest, drijfmest, compost, maar ook vlinderbloemige groenbemesters. Afhankelijk van het type en hoeveelheid organische mest kan het een positief effect hebben op de bodembiodiversiteit van schimmels, bacteriën, nematoden en wormen, en daarbij ook op het organische stof gehalte in de grond. Kanttekening is dat overbemesting van organische mest, en het gebruik van mest vervuild met andere stoffen, nadelig zijn voor de bodembiodiversiteit. Naast het gebruik van organische mest, kan er ook gekeken worden naar preciezere bemesting, door te kijken naar de benodigde hoeveelheid en locatie. 

Reductie gewasbestrijdingsmiddelen

Pesticides hebben een negatief effect op de bodembiodiversiteit. Door een verminderd verbruik hiervan en het beschermen van de teelt op andere manieren kan de biodiversiteit bevorderd worden en er een economische winst worden behaald door minder inkoop van deze producten. Dit kan op verschillende manieren. Door gebruik te maken van robuustere rassen, te streven naar gezondere (vaak minder doorveredelde) gewassen, een grotere variatie van gewassen door stroken- of mengteelt toe te passen, het gebruik van natuurlijke bestrijders of mechanische bestrijding. Ook kan er gerichter gebruik gemaakt worden van pesticides, waardoor de totale hoeveelheid afneemt. 

Landschapselementen

Landschapselementen zijn bomenrijen, houtwallen, heggen, begroeiing van kruiden en ruigten en natte elementen zoals slootkanten, natuurvriendelijke oevers en poelen. Deze hebben meerdere voordelen voor de omgeving, zie dossier Landschapselementen. 

 

Maatregelen voor natuurinclusieve elementen in melkveehouderij

Natuurinclusieve veehouderij kan een belangrijke bijdrage leveren aan lokaal biodiversiteitsherstel. Vaak houdt dit een meer grondgebonden veehouderij in; op eigen bedrijf of in samenwerking met bijvoorbeeld een akkerbouwbedrijf in de regio. In dit dossier worden de verschillende maatregelen omtrent natuurinclusieve veehouderij besproken. 

Door verschillende maatregelen te combineren worden de positieve effecten op de bodem, biodiversiteit en gewassen versterkt. 

Kruidenrijke graslanden

Door kruiden in het gras komt er meer biodiversiteit. Daarnaast geven kruiden het boerenland een natuurlijke en fleurige uitstraling, is het grasland beter bestand tegen droogte, en is rijk aan vitamines en mineralen, een belangrijk wapen tegen pensverzuring en gebreksziekten. 

 

Kruidenrijk grasland is erg geschikt voor weidevogel beheer, omdat het insecten en bodemleven stimuleert, dus er is meer voeding voor de weidevogels en hun jongen. Bovendien past kruidenrijk grasland in mozaïekbeheer, met verschillende groeitrappen in het gras, zodat kuikens altijd beschutting vinden.

Meer informatie over kruidenrijk grasland kun je ook vinden op de website van wij.land. 

 

Diergezondheid

Dieren op een natuurlijke manier gezond houden vraagt kennis, inzicht en een ander beheer. Gebruik maken van natuurlijke middelen is een mogelijkheid om de gezondheid van dieren te bevorderen, door een verhoogde weerstand. Zo kun je ziektes voorkomen en aanpakken, terwijl het gebruik van antibiotica wordt verminderd. Dit heeft weer invloed heeft op gezondheid van de omgeving en brengt economische voordelen met zich mee. Op Groenkennisnet staan dossiers over diergezondheid met meer informatie. Daarnaast is er een rantsoenwijzer van boerenverstand, waar je meer informatie kan vinden over een gezond rantsoen. 

Bomen en landschapselementen

Bomen en landschapselementen dragen bij aan dierwelzijn en -gezondheid. Verschillende bomen bevatten namelijk gezonde stoffen. Ook bieden bomen schaduw en beschutting voor weersomstandigheden.  

 

In het dossier agroforestry en landschapselementen kun je nog meer informatie vinden over het gebruik van bomen op het veebedrijf. Ook is er een project van Vanla, waar je in meer detail informatie kan vinden over het gebruik van een boomwal als apotheek voor vee. 

Natuurinclusief sloot- en oeverbeheer 

Door sloten op een ecologische manier te schonen wordt natuur, geld en tijd bespaard. Daarnaast kan in sommige gevallen ecologisch beheer van de sloot oeverwal erosie verminderen.

Hier kunt u een video vinden hoe ecologisch schonen van sloten te werk gaat. 

 

Weidevogel inclusief

In het voorjaar keren de weidevogels vanuit hun overwinteringsplekken in Afrika en Zuid-Europa terug naar Nederland. Alleen de kievit verblijft soms het hele jaar door in Nederland, vanwege de milde winters. Als graslanden weidevogel inclusief beheerd worden, kan dit bijdragen aan de biodiversiteit en het behoud van weidevogels. Ook heeft dit een positief effect op de plaagbestrijding van naburige akkerbouwers. 

Meer informatie over goed weidevogelbeheer kun je ook vinden op de website weidewinst of op het kennisportaal boerenlandvogels. 

Mestmanagement en bodembeheer

Bij de kringlopen van organische stof en voedingselementen speelt de bodem een cruciale rol. Voor een gezonde en duurzame bodem, is mestmanagement en een goed beheer erg belangrijk. Meer informatie kun je vinden op de website van integraal aanpakken. 

Landschapselementen

Landschapselementen zijn bomenrijen, houtwallen, heggen, begroeiing van kruiden en ruigten en natte elementen zoals slootkanten, natuurvriendelijke oevers en poelen. Deze hebben meerdere voordelen voor de omgeving, zie dossier Landschapselementen.