skip-to-main-content
zoeken
zoeken

Praktijkvoorbeelden

Brabants Bodem

Brabants bodem is een samenwerkingsproject in het Van Gogh Nationaal Park. Partners zijn Brabants Landschap, ZLTO, BMF, LNV, Provincie Noord-Brabant, Waterschap de Dommel, Rabobank, Brabant water en de gemeenten. In dit project wordt een nieuw perspectief ontwikkeld voor de agrarische ondernemer die bijdraagt aan de natuurkwaliteit en het landschap. Er wordt samengewerkt aan een aantrekkelijk, waardevol en toekomstbestendig landschap. Ondernemers kunnen hun inkomsten verhogen door zich in hun bedrijfsvoering extra in te zetten voor biodiversiteit, bodem en landschap. 

Een van de deelprojecten van Brabants Bodem is de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM). In dit praktijkproject verduurzamen melkveehouders hun bedrijfsvoering en worden er verdienmodellen ontwikkeld. Melkveehouders worden beloond aan de hand van een puntensysteem die de prestaties meetbaar maakt. De basis van de BBM is de BiodiversiteitsMonitor Melkveehouderij (BMM), aangevuld met een aantal specifieke indicatoren voor het Van Gogh Nationale Park. Deze extra indicatoren zijn: weidegang, gebruik van stikstofkunstmest en gewasbeschermingsmiddelen en de groenblauwe dooradering. De beloning komt nu nog vanuit overheidsorganisaties: het ministerie van LVVN provincie Noord-Brabant, en drie waterschappen. Daarnaast belonen marktpartners als Friesland Campina en Rabobank al aan de hand van de (B)BM. Het doel is om meer marktpartijen op een dergelijke manier duurzaam boeren te laten belonen.

Binnen Brabants Bodem wordt er ook gewerkt aan nieuw verdienmodellen rond agroforestry. Boeren die met agroforestry aan de slag willen, worden ondersteund met advisering en financiële middelen. Het project Agroforestry wordt uitgevoerd door de Gebiedsonderneming Duinboeren en maatschappij en Agroforestry Netwerk Brabant.

Een ander onderdeel van het project Brabants Bodem is het werken aan een systematiek waarmee boeren met blijvend grasland beloond kunnen worden voor het vastleggen van CO2 door middel van carbon credits. Verder is er een streekproductenlabel in ontwikkeling, voor producten die op door een duurzame productie bijdragen aan een mooi en biodivers landschap. Ook verbreedt Brabants Bodem de aanpak naar andere sectoren dan de melkveehouderij.

Op deze manier werken de partners binnen Brabants bodem aan verschillende, stapelbare mogelijkheden voor duurzame boeren om hun verdienmodel te versterken. 

 

Duurzame Melkveehouderij Drenthe

Duurzame Melkveehouderij Drenthe werkt via beloningen aan het stimuleren en versterken van een toekomstgerichte Drentse landbouw. Het doel is om in 2025 zoveel mogelijk kringlopen te sluiten van stikstof, fosfaat en organische stof op gebieds- en bedrijfsniveau. Boeren krijgen hiervoor doelen mee en worden financieel beloond wanneer die doelen behaald worden. De boeren bepalen zélf hoe zij die gestelde doelen gaan bereiken. 

Zo dragen deelnemende Drentse melkveehouders vanuit hun eigen vakmanschap bij aan een toekomstbestendige landbouw en natuur. Duurzame Melkveehouderij Drenthe is een samenwerkingsverband tussen de provincie Drenthe, LTO Noord, Drents Agrarisch Jongerenkontakt, Natuur en Milieufederatie Drenthe, Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. 

Basiskwaliteit Natuur in multifunctionele bossen

De pilot richt zich specifiek op Basiskwaliteit Natuur in bossen. Juist voor bossen, die veel vormen van medegebruik kennen, is het nuttig om de Basiskwaliteit Natuur in beeld te brengen zodat voorkomen kan worden dat over benutting tot degradatie leidt.

In opdracht van de gemeente Zevenaar hebben Robert Kwak en Anton Stortelder een overzicht en een beoordeling gemaakt van de landschappen van de gemeente Zevenaar in Vakblad Groen (Kwak & Stortelder, 2018).

In de gemeente zijn de kwaliteit van het landschap en de biodiversiteit van algemene en minder algemene soorten in kaart gebracht. De kwaliteit van het landschap is op 100 waarnemingspunten bestempeld als goed, matig of slecht. Deze beoordeling is gedaan op basis van verschillende criteria die iets zeggen over de Basiskwaliteit van het gebied.

 

Basiskwaliteit Natuur Vakblad Groen

Living Labs

De Living Labs vallen onder het programma ‘Living labs voor het herstel van biodiversiteit in het landelijk gebied’ van de Nationale Wetenschapsagenda. In de Living Labs werkt een consortium van natuurorganisaties, overheden, kennisorganisaties en lokale partijen aan het onderzoeken, ontwikkelen en toetsen van praktische maatregelen via prestaties en indicatoren die succes meten.

Het doel is om te komen tot een integrale aanpak en inzicht te verkrijgen in hoe dit zich vertaalt naar ecologische winst. Het gaat hier zowel om sociale, economische als ecologische aspecten. In de Living Labs is ook de Basiskwaliteit Natuur aan de orde gekomen. Inwoners konden bijvoorbeeld aangeven welke soorten volgens hen ‘gewoon’ zouden moeten zijn in het gebied. Vanuit daar wordt in beeld gebracht welke omgevingscondities deze soorten nodig hebben om algemeen te blijven of te worden.

In 2020 zijn er drie Living Labs gestart:

 

Pilot Basiskwaliteit Natuur & Landschap Oost-Achterhoek

In 2021 is in de gemeenten Aalten, Oost-Gelre en Winterswijk een pilot basiskwaliteit landschap en biodiversiteit uitgevoerd. Hiervoor is een proefgebied uitgekozen rondom het punt waar de drie gemeenten aan elkaar grenzen. De resultaten van de pilot leiden ertoe dat in 2022 die basiskwaliteit voor het complete grondgebied van de drie gemeenten in kaart is gebracht. De inventarisatie is uitgevoerd door Robert Kwak en Anton Stortelder.

De kern van de pilot ligt in het verbeteren van de basiskwaliteit van natuur en landschap door gerichte maatregelen en monitoring. Hierbij worden thema’s zoals biodiversiteit, waterkwaliteit en bodemgezondheid centraal gesteld. Agrariërs worden ondersteund in de transitie naar natuur-inclusieve landbouw, terwijl er ook aandacht is voor het versterken van ecologische verbindingen tussen natuurgebieden. Een innovatief aspect is het gebruik van digitale tools en participatieve platforms, waarmee de resultaten van de maatregelen in kaart worden gebracht en gedeeld. Deze pilot dient niet alleen als voorbeeldproject voor de regio, maar biedt ook inzichten voor een bredere aanpak in landelijke gebieden in Nederland.

 

Basiskwaliteit Natuur in het Achterhoekse landschap

Pilots Basiskwaliteit Natuur voor soorten in het landschap

Dit project heeft als doel om net als voor de vogels maatlatten (benchmarks) te ontwikkelen voor een aantal andere soortgroepen (o.a. amfibieën, dagvlinders, zoogdieren, vaatplanten) om de Basiskwaliteit Natuur te bepalen.

Daarvoor is eerst een lijst met meetsoorten opgesteld voor basiskwaliteit soorten (zie Wallis de Vries et al., 2022). De opzet was om dit in twee pilotgebieden binnen stedelijk gebied te toetsen en in twee pilotgebieden in het landelijke gebied. Aan de hand van de ontwikkelde methode zijn in de pilotgebieden deskundigen samen met vrijwilligers het veld in gegaan om de methode te toetsen. Dat is gebeurd zowel op basis van de meetsoorten als een landschappelijke beoordeling, waar vooral gekeken is naar landschapselementen.

 

Rapport Pilots Meetsoorten