Skip to main content

Randvoorwaarden voor de landbouwtransitie: Sarah Westenburg van BoerenNatuur licht toe

Bron foto: BoerenNatuur

Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel ziet volop kansen om biodiversiteit in de openbare ruimte, in natuurgebieden en in de landbouw, te herstellen. Hiertoe heeft het Deltaplan onlangs in een brief aan de informateurs aangegeven op welke terreinen winst te behalen valt. Eén daarvan draait om langjarige vergoedingen voor groenblauwe diensten. Katja Zweerus, Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel, ging hierover in gesprek met Sarah Westenburg van BoerenNatuur, partner van het Deltaplan. 

Sinds drie jaar zit Sarah Westenburg bij BoerenNatuur, de koepelorganisatie voor 40 agrarische collectieven, waar ze werkt als strategisch adviseur. “Primair fungeer ik als linking pin tussen beleid en praktijk,” legt Sarah uit. “Vanuit het perspectief van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) volg ik alle relevante beleidsontwikkelingen, zorg ik voor de doorvertaling daarvan richting het ANLb, en lever ik vanuit de praktijk van onze collectieven en deelnemers input in beleidstrajecten.” 

 

Boeren die groenblauwe diensten uitvoeren, leveren een belangrijke bijdrage aan het herstel en de versterking van biodiversiteit. Een van de belangrijke randvoorwaarden is dat boeren hier een langjarige, stabiele en concurrerende vergoeding voor krijgen. Waarom is dit zo belangrijk? 

“Ik ben ervan overtuigd dat het leveren van groenblauwe diensten - onder de juiste randvoorwaarden - een volwaardig transitiepad kan zijn voor boeren en tegelijkertijd een middel om landbouw en natuur met elkaar in balans te brengen. Als je kijkt naar hoe het agrarisch natuur- en landschapsbeheer vanaf het begin (1975!) als instrument is ingezet, kan geconstateerd worden dat het nooit optimaal benut is. Er is namelijk nooit voldaan aan alle essentiële randvoorwaarden daarvoor. Daar proberen we nu verandering in te brengen door die randvoorwaarden voor het voetlicht te brengen.” 

Bron foto: BoerenNatuur

 

Welke randvoorwaarden zijn volgens jou van cruciaal belang? 

“Om ANLb te optimaliseren en door te ontwikkelen tot een krachtig instrument dat de transitie naar natuurinclusieve landbouw ondersteunt, moet aan meerdere randvoorwaarden worden voldaan. De vergoedingen voor de groenblauwe diensten moeten allereerst langjarig zijn om boeren de zekerheid te bieden dat zij kunnen investeren in structurele en ingrijpende bedrijfsveranderingen. Daarnaast moeten deze vergoedingen hoger zijn dan wat reguliere agrarische productie opbrengt, iets wat momenteel nog niet het geval is. Als je wilt dat boeren meer dan 20% van hun bedrijf inzetten voor groenblauwe diensten, dan is er ook een bedrijfstoeslag nodig. Als laatste pleitten we vanuit BoerenNatuur voor beleid dat goed in elkaar steekt en elkaar versterkt. Op dit moment is veel beleid contraproductief: er zijn bijvoorbeeld GLB-regelingen die niet goed op elkaar afgestemd zijn, maar ook de mestwetgeving en het ANLb zijn niet goed op elkaar afgestemd. Bovendien is het inmiddels allemaal zo ingewikkeld geworden dat je niet meer van boeren kunt verwachten dat ze het snappen. Je moet er zo onderhand voor gestudeerd hebben om het allemaal nog te begrijpen. Ook daar gaat het mis.” 

 

Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel vraagt een nieuw kabinet een stap naar voren te doen en het jaarlijks benodigde budget voor groenblauwe diensten, ruim 1 miljard euro, én deze randvoorwaarden vast te leggen in het coalitieakkoord. Wat zou 1 miljard op jaarbasis in deze context kunnen opleveren? 

"Ik heb van alle beleidsambities met betrekking tot het uitvoeren van groenblauwe diensten de bijbehorende berekeningen verzameld en op basis daarvan een raming opgesteld van het totale benodigde budget. Met een budget van 1 miljard euro per jaar kunnen we de doelen realiseren van het Aanvalsplan Landschapselementen met 10% groenblauwe dooradering, het Aanvalsplan Grutto, een deel extensivering in veenweidegebieden en overgangszones rondom Natura 2000-gebieden, evenals de uitbreiding van het areaal ANLb (weide- en akkervogelbeheer) zoals voorzien in het Nationaal Strategisch Plan. En dat is eigenlijk nog niet eens genoeg, als je in aanmerking neemt dat er volgens berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen University & Research in totaal ruim 700.000 hectare ANLb-beheer nodig is om te kunnen voldoen aan de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn. In het ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied is nog maar een derde daarvan als ambitie opgenomen (181.200 ha extra agrarische natuur). 

Feit is dat er een breed maatschappelijk draagvlak is voor méér groenblauwe diensten, maar de structurele financiering ontbreekt. Of beter gezegd: het ontbreekt aan de wil - en het lef - om die financiering langjarig - dus over bestuursperioden heen - te regelen. Provincies en het rijk wijzen naar elkaar. En eigenlijk zou je die hele subsidiemolen überhaupt niet nodig moeten hebben. Subsidies zijn in zekere zin lapmiddelen: bedoeld om iets op gang te krijgen, maar niet om het vervolgens ook langdurig in stand te houden. Idealiter wil je via marktregulatie eerlijke (voedsel)prijzen waarborgen. Maar zolang we daar nog niet zijn, hebben we die miljard nodig." 

 

Over welke gebieden hebben we het dan vooral? 

“Onze visie vanuit BoerenNatuur is dat elke boer mee moet kunnen doen aan het ANLb. Groenblauwe diensten wil je in principe overal; alleen verschilt de precieze invulling al naar gelang in welk gebied je zit en welke opgaven daar het meest urgent zijn. Belangrijk is om op gebiedsniveau goed af te wegen welke ANLb-pakketten waar het beste passen. Onze collectieven zijn bij uitstek in staat om daar een rol in te vervullen, want zij kennen het gebied én de boeren. En de meeste collectieven hebben wachtlijsten: boeren willen graag meedoen, maar het budget is de beperkende factor. Momenteel kan slechts 20% van de boeren meedoen op circa 6% van de totale landbouwgrond in Nederland.” 

Bron foto: BoerenNatuur

 

Welke rol speelt agroforestry op dit moment in het verhaal? 

Agroforestry is het combineren van landschapselementen en landbouw. Er is nu steeds meer aandacht voor. Het RVO heeft er inmiddels een aparte pagina aan gewijd en in dit GLB zijn er iets meer mogelijkheden voor agroforestry. Er zijn bijvoorbeeld ook combinaties mogelijk met het ANLb, zoals bomenrijen met grasland waar ook koeien beweid worden. Dat telt dan nog steeds als landbouwgrond. Maar het aandeel landschapsbeheer in het ANLb is eigenlijk nog heel beperkt, iets van 10% van het totale ANLb-beheer; de rest zijn volveldse pakketten. En van die 10% is agroforestry nog maar een klein deel. Het staat dus echt nog in de kinderschoenen. Aan de eco-regeling wordt overigens nog een eco-activiteit voor voedselbossen toegevoegd, maar voedselbossen zijn slechts een onderdeel van agroforestry. Al met al zie je wel dat er meer kansen ontstaan voor de toepassing van agroforestry, dus dat is mooi.” 

Sarah Westenburg deed onlangs ook haar verhaal in de werkgroep Verdienmodellen van het Deltaplan. Bekijk hier haar presentatie.