Skip to main content

We gaan door! Vervolgstappen Advies Monitoring - Aanvalsplan Landschap

Tijdens het laatste overleg van de werkgroep ‘Handelingsperspectief en Beleid’ binnen het Aanvalsplan Landschap, gaf Gerrit-Jan van Herwaarden (LandschappenNL) een update over de werkzaamheden van de Aanvalsplan-werkgroep 'Monitoring'.

 

Ontwikkelingen Advies Monitoring

In januari 2024 heeft de werkgroep monitoring van het Aanvalsplan een eerste advies opgeleverd over monitoring van groenblauwe dooradering/landschapselementen. Daarin worden drie niveaus van monitoring onderscheiden, met een oplopende mate van complexiteit: kwantiteit, kwaliteit en impact. Het monitoren van de kwantiteit is weliswaar het makkelijkst, maar om de kwantiteit te kunnen monitoren, moet er eerst een landsdekkend registratiesysteem komen. Dat is dus ook de belangrijkste aanbeveling uit het advies over monitoring.

In het advies wordt voorgesteld om gebruik te maken van het Landschapselementenregister (LASREG) om een landsdekkende registratie te realiseren. Het LASREG is al naar volle tevredenheid in gebruik bij enkele provincies, maar het zou onder centrale regie verder uitgerold moeten worden. Het is namelijk essentieel dat landschapselementen overal in Nederland op een eenduidige manier worden geregistreerd, want anders kun je de data niet goed met elkaar vergelijken. Het voordeel van het LASREG is ook dat de data uit het register voor verschillende beleidsdoelen kunnen worden gebruikt, waaronder voor monitoring.

 

Uitrol Landschapselementenregister

“Hoewel het NPLG recent is afgeschaft, lijkt het erop dat de verdere uitrol van het LASREG toch door kan gaan”, vertelt Gerrit-Jan van Herwaarden enthousiast. “Er loopt een traject voor opdrachtverlening door het Ministerie van LVVN, waarbij ons advies wordt opgevolgd." Er is ook gesproken over de organisatie hiervan: er komt een stuurgroep en klankbord waarin provincies en waterschappen zijn vertegenwoordigd, maar ook vertegenwoordigers vanuit het Aanvalsplan nemen deel. NEO (de ontwikkelaar van het boomregister en het LASREG) wordt verantwoordelijk voor de verdere uitrol, waarbij onder andere de openbaarheid van data, brede inzetbaarheid voor diverse beleidsvragen, en afstemming met andere registratiesystemen, zoals de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), als criteria zijn meegegeven. De eerste nationale rapportage op basis van de data uit het LASREG wordt eind 2024 verwacht. Gerrit-Jan van Herwaarden: “Als dit succesvol is, komt er een vervolgopdracht voor jaarlijkse monitoring tot en met 2029.”

 

Waar gaat de werkgroep nog meer mee aan de slag?

“Een belangrijk aandachtspunt voor de werkgroep”, zegt Gerrit-Jan van Herwaarden, “blijft de blauwe dooradering.” Op dat vlak is ook nog verdere doorontwikkeling nodig van het LASREG. In het advies staat aangegeven dat een koppeling tussen het LASREG en de beheerregisters van de waterschappen het meest logisch is om ook de blauwe elementen goed in het LASREG op te nemen. Waterschappen hebben aangeboden te helpen bij het in kaart brengen hiervan, in samenwerking met de GIS-werkgroep van de Unie van Waterschappen.

Daarnaast wordt gewerkt aan het verfijnen van definities, zoals die van agroforestry, wat nu precies wordt gezien als ‘landelijk gebied’ en de afmetingen van landschapselementen. "Van belang is dat de definities goed aansluiten bij LASREG", aldus Gerrit-Jan van Herwaarden. Het wegvallen van het NPLG maakt een goede koppeling met de Europese Natuurherstelverordening extra relevant, aangezien die ook een monitoringsverplichting bevat.

Tot slot zal de werkgroep de komende tijd ook verder gaan uitwerken hoe de twee andere niveaus van monitoring (kwaliteit en impact) gerealiseerd kunnen worden.